Een prospectief onderzoek naar de differentiaal diagnostische waarde van MRI bij het onderscheid tussen MSA en de ziekte van Parkinson

Een prospectief onderzoek naar de differentiaal diagnostische waarde van MRI bij het onderscheid tussen MSA en de ziekte van Parkinson

11 juli 2018

Vaak is in het begin van het ziektebeloop niet met zekerheid te zeggen of iemand Parkinson heeft of een aandoening die daar op lijkt. De term 'atypisch parkinsonisme' is een verzamelnaam voor een aantal aandoeningen die lijken op de ziekte van Parkinson, maar toch anders zijn. Atypische parkinsonismen zijn veel zeldzamer, maar verlopen veelal ernstiger dan de ziekte van Parkinson.

Referentie 2010-V09
Gepubliceerd op 27 juli 2017

Multipele systeem atrofie (MSA) is één van de atypische parkinsonismen die in het begin van het ziektebeloop erg kan lijken op de ziekte van Parkinson. Na verloop van tijd ontstaan vaak problemen met het autonome zenuwstelsel (obstipatie, blaasproblemen, bloeddrukdalingen), slaapstoornissen (stridor, apneu) of problemen met de coördinatie. Het vroeg vaststellen van de juiste diagnose is van belang om patiënten meer duidelijkheid te kunnen geven over het beloop van de ziekte en om zo vroeg mogelijk met een gerichte behandeling te kunnen starten wanneer deze (in de toekomst) beschikbaar is. Een MRI-scan kan helpen bij het stellen van de diagnose. In eerste instantie wordt er met behulp van een MRI-scan van de hersenen bekeken of er een andere oorzaak is voor de parkinson(achtige) verschijnselen, zoals vasculaire schade (herseninfarcten, hersenbloeding) of verwijde hersenkamers (normale druk hydrocefalus). Bij mensen met de ziekte van Parkinson worden op een MRI-scan van de hersenen geen afwijkingen gezien. Bij mensen met een atypisch parkinsonisme kunnen specifieke veranderingen in de hersenen worden waargenomen op het MRI-scan, maar deze veranderingen zijn vaak pas laat in het ziektebeloop zichtbaar.

In dit onderzoeksproject wordt met steun van de Parkinson Vereniging onderzocht of gevoeligere MRI-scans en nieuwe MRI-technieken eerder en beter onderscheid kunnen maken tussen de ziekte van Parkinson en atypische parkinsonismen, in het bijzonder MSA.

Methode

Vanaf 2010 hebben patiënten waarbij getwijfeld werd tussen de diagnosen ziekte van Parkinson of een atypisch parkinsonisme deelgenomen aan het onderzoeksproject. Bij de deelnemende patiënten werden vragenlijsten afgenomen, een uitgebreid neurologisch onderzoek en geheugenonderzoek verricht, evenals een MRI-scan van de hersenen. Vervolgens werd het ziektebeloop in de tijd gevolgd door patiënten jaarlijks een vragenlijst in te laten vullen en na drie jaar nogmaals uitgebreid neurologisch te onderzoeken.  

Resultaten

Inmiddels hebben al meer dan 100 patiënten kunnen deelnemen aan het onderzoeksproject.

In 2017 kunnen nog altijd nieuwe patiënten deelnemen aan het project en op 31-12-2017 zal de inclusieperiode worden afgesloten. Ondanks dat de eindresultaten van het onderzoeksproject pas na afronding van de inclusieperiode bekend zullen worden, zijn er intussen al een aantal belangrijke successen behaald dankzij de deelnemende patiënten en de financiële steun van de Parkinson Vereniging. Onderstaand een toelichting bij de behaalde onderzoeksresultaten.

In juni 2015 heeft dr. FJA Meijer zijn proefschrift getiteld “Clinical Application of Brain MRI in Parkinsonism” in het openbaar verdedigd. In zijn proefschrift laat dr. Meijer zien dat de toegevoegde waarde van de MRI hersenen bij de diagnostiek van beginnend parkinsonisme het grootst is, vooral wanneer de klinische diagnose onzeker is. Met name door gebruik te maken van de in het onderzoeksproject toegepaste en geavanceerde MRI-techniek (SWI) kan nauwkeuriger onderscheid worden gemaakt tussen de ziekte van Parkinson en atypisch parkinsonisme. Met name de ziekte MSA-P kan met behulp van deze techniek beter en eerder worden gedetecteerd. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het gezaghebbende internationale tijdschrift American Journal of Neuroradiology.

Wanneer gebruikt wordt gemaakt van deze SWI-techniek met een zeer hoge resolutie wordt gezien dat de zogenaamde ‘zwaluwstaart’ in de substantia nigra - een hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij de ziekte van Parkinson - verdwijnt bij mensen met de ziekte van Parkinson. Ook deze studieresultaten zijn in 2016 gepubliceerd in een internationaal tijdschrift.

Daarnaast is de klinische toepassing van een erg geavanceerde techniek, DTI (diffusion tensor imaging), onderzocht. Met deze techniek kunnen neurale verbindingen van de hersenen driedimensionaal worden weergegeven. Microscopisch kleine veranderingen die optreden bij mensen met hersenziekten zoals Parkinson en parkinsonisme, kunnen hierdoor al tijdens het leven worden vastgesteld. Voordat DTI echter gebruikt kan worden in de diagnostiek naar de ziekte van Parkinson en atypisch parkinsonisme bij de individuele patiënt, moet er eerst meer onderzoek worden gedaan. Onze onderzoeksbevindingen met betrekking tot deze nieuwe techniek zijn gepubliceerd in de internationale tijdschriften Journal of the Neurological Scienses en Neuroradiology.

Ook heeft mw. N. Janssen, studente in de psychologie en in de medische wetenschappen, DTI-veranderingen bestudeerd bij parkinsonpatiënten met specifieke cognitieve problemen (problemen in de planning en controle).

Tot slot is zeer recent een belangrijk overzichtsartikel verschenen dat de neuroloog in de spreekkamer helpt om de beschikbare beeldvormingstechnieken zo goed en gericht mogelijk in te zetten bij mensen met (verdenking op) de ziekte van Parkinson of parkinsonisme.

Toekomstblik

Zoals reeds genoemd zullen er in 2017 nog zoveel mogelijk patiënten worden geïncludeerd. Op 31-12-2017 zal de inclusieperiode worden afgesloten. Vervolgens zal geanalyseerd worden in hoeverre de initiële (onzekere) diagnose aan het begin overeenkomt met de ‘einddiagnose’ na 3 jaar follow-up. Er wordt dan tevens bekeken wat de bijdrage van de verschillende MRI-opnames is geweest ten aanzien van de diagnose. Dit project zal uiteindelijk een uniek, uitgebreid in kaart gebracht en nauwkeurig gedocumenteerd patiëntencohort opleveren met geavanceerde MRI-opnames van hoge beeldkwaliteit. Toekomstige wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen geverifieerd worden aan de hand van dit patiëntencohort.

Publicaties

  1. Meijer FJ, Bloem BR, Mahlknecht P, Seppi K, Goraj B. Update on diffusion MRI in Parkinson's disease and atypical parkinsonism. J Neurol Sci. 2013 Sep 15;332(1-2):21-9. doi: 10.1016/j.jns.2013.06.032. Epub 2013 Jul 15. Review.
  2. Meijer FJ. Proefschrift getiteld: Clinical Application of Brain MRI in Parkinsonism, from basic to advanced imaging. In het openbaar te verdedigd op dinsdag 23 juni 2015.

  3. Meijer FJ, van Rumund A, Fasen BA, Titulaer I, Aerts M, Esselink R, Bloem BR, Verbeek MM, Goraj B. Susceptibility-weighted imaging improves the diagnostic accuracy of 3T brain MRI in the work-up of parkinsonism. AJNR Am J Neuroradiol. 2015 Mar;36(3):454-60. doi: 10.3174/ajnr.A4140. Epub 2014 Oct 22.

  4. Meijer FJ, Steens SC, van Rumund A, van Cappellen van Walsum AM, Küsters B, Esselink RA, Verbeek MM, Bloem BR, Goraj B. Nigrosome-1 on Susceptibility Weighted Imaging to Differentiate Parkinson's Disease From Atypical Parkinsonism: An In Vivo and Ex Vivo Pilot Study. Pol J Radiol. 2016 Aug 3;81:363-9. doi: 10.12659/PJR.897090. eCollection 2016.

  5. Meijer FJ, van Rumund A, Tuladhar AM, Aerts MB, Titulaer I, Esselink RA, Bloem BR, Verbeek MM, Goraj B. Conventional 3T brain MRI and diffusion tensor imaging in the diagnostic workup of early stage parkinsonism. Neuroradiology. 2015 Jul;57(7):655-69. doi: 10.1007/s00234-015-1515-7. Epub 2015 Apr 7.

  6. Janssen N, van Rumund A, Meulenbroek O, Esselink RAJ, Kessels RPC. Executive Functioning and White Matter Integrity in Patients with Parkinsonism. Masterthesis Gezondheidspsychologie Radbouduniversiteit Nijmegen.

  7. Meijer FJ, Goraj B, Bloem BR, Esselink RA. How I do it: Clinical Application of Brain MRI in the Diagnostic Work-up of Parkinsonism. J Parkinsons Dis. 2017 Mar 6. doi: 10.3233/JPD-150733.

Labels:

Terug naar boven