Blog: Mijn DBS operatie (Deel 3)

Blog: Mijn DBS operatie (Deel 3)

26 juni 2023 door Hans de Rijke

De operatie heeft bijna 5 uur geduurd en al die tijd zat ik vastgeklonken aan de operatietafel. De herinnering achteraf terwijl ik hier rustig op mijn stoel zit te typen, doet mij nog rillen.

Afschuwelijk. Ik heb altijd al iets gehad met gevangen zitten en veranderd te worden in een doodskist. Ik was toentertijd blij met Umma Thurman die levend werd begraven en die erin slaagde om uit de doodskist te komen(Kill Bill 1 en 2). Waar ik het meest verbaasd over was dat ik niet in paniek raakte, want alle voorwaarden om uit mijn bol te gaan waren aanwezig. Ik realiseerde me toen heel sterk dat iedereen die beloofd om mij te steunen, aan me te denken, voor me te bidden of een kaarsje te branden, rondom mij stond en mij beschermde tegen de paniek en de angst. Ik kan dit gedeelte van de operatie nauwelijks met droge ogen navertellen, omdat het zo overweldigend was.

Na ongeveer 2 uur krijg ik er genoeg van, zeker wanneer één van de neurologen 'kwijt is' in het ziekenhuis en het zeker 5 minuten duurt voordat hij gevonden is en wij verder kunnen gaan. Ik begin tegen Nelleke aan te zeuren en heel professioneel ontvangt zij mijn klachten en weet het gesprek op een ander thema te brengen. Na 3 uur begint het een beetje “leuk” te worden, want ik moet allerlei oefeningen doen om de elektrode zo goed mogelijk te bevestigen. Ik moet hoofdsteden benoemen en hoofdrekensommen uitrekenen. Al gauw wordt de schoolmeester in mij wakker en wordt er gevraagd om moeilijke hoofdsteden, want “deze meneer weet wel erg veel”. Zo gaat de tijd snel en kan de eerste elektrode vast gezet worden. We zijn nu 4 uur bezig, maar zo zegt Nelleke de andere kant gaat sneller. Het wordt bijna “gezellig” in de operatiekamer. Er komt een sfeer van “we zijn er bijna” en ik roep bijdehand dat ik nog wel de hele dag door kan gaan. Tegen 3 uur in de middag zit de tweede elektrode ook vast en met een zucht van verlichting laat ik het meccano-bouwwerk rond mijn hoofd afbreken. Ik heb het gehaald. Ik zoen Nelleke op beide wangen en ik word naar de verkoever kamer gereden. Klein kinkje in de kabel: er is iemand die bij een verkeersongeluk een hoofdwond heeft opgelopen en die moet eerst worden geopereerd. Het kan me allemaal niet zoveel schelen. Tot mijn stomme verbazing hoor ik na een tijdje de stemmen van Loes en Sarah, mijn oudste dochter. Zij zouden worden gebeld wanneer de hele operatie gebeurd zou zijn, maar Loes kon (gelukkig) niet wachten en is toch naar het ziekenhuis gekomen. Tranen vloeien rijkelijk. Pas tegen 5 uur word ik opgehaald voor het laatste deel van de operatie: het aanbrengen van de batterij onder mijn sleutelbeen. Dat gebeurt onder narcose, dus daar heb ik weinig van meegekregen. Rond 8 uur is dat ook gebeurd en in een enigszins verwarde toestand word ik weer naar de 10e verdieping teruggebracht.

Het is nu 3 oktober, bijna 6 weken na de operatie.

Het gaat goed. Eergisteren zijn we naar de neuroloog geweest en die heeft mijn kastje bijgesteld. Wonderlijk hoe dat gaat. Met een wattenstaafje (“ja, ik heb even niets anders”) tikt hij wat gegevens in en hop daar is mijn linkerkant 0,2 hoger gezet en kan ik weer goed lopen. Goed? Nee fantastisch! Ik heb die dag uren gelopen met een grote glimlach op mijn gezicht. Heerlijk! Dat het de volgende dag weer wat minder is, maakt mij niet zoveel uit. Wij weten nu hoe het kastje werkt en we hebben ook geleerd om er mee om te gaan.

Er is de afgelopen periode één schaduw geworpen over mijn gelukzaligheid: Donderdag 5 september kreeg ik een epileptisch insult. Zonder enige waarschuwing of signaal vooraf, viel ik op de grond. Schuimbekkend, terwijl er bloed uit mijn mond kwam en mijn gezicht paars werd. Mijn dochter Roos en Loes waren op dat moment thuis (hoewel de scholen al begonnen waren). Ze zijn zich rot geschrokken. Roos heeft geprobeerd mijn mond open te doen, maar dat lukte niet. Ook schijnt zij de straat opgelopen te zijn en geroepen te hebben: “Weet er iemand iets van EHBO af, want mijn vader gaat dood”. Een meisje van de kroeg op de hoek zei dat ze 9 jaar geleden een EHBO diploma had gehaald. Toen ze bij mij kwam wilde ze hartmassage toepassen, waarop Loes haar toeriep: “Niet doen, daar zit een kastje”. Kortom totale paniek. Loes heeft 112 gebeld en al heel snel kwamen er drie politieagenten die mijn T-shirt openknipten, maar verder niets deden. De ambulance kwam snel daarna (volgens Loes binnen tien minuten) en de broeders brachten rust in de tent want die zagen als snel dat het een insult was. Ik werd wakker in de ambulance en wist totaal niet wat er gebeurd was. De broeder stelde mij gerust, maar het verschrikte gezicht van Loes achter hem vertelde een ander verhaal. De broeder vertelde dat ik een epileptisch insult had gehad. Daar zou ik niet aan dood gaan, maar we gingen nu naar het ziekenhuis om even te kijken wat er nog verder aan de hand was. Wat volgde was een serie onderzoekjes in mijn hoofd en hart. "We houden u graag nog een nachtje in het ziekenhuis, voor de zekerheid”, zo vertelde de aantrekkelijke neuroloog die ons begeleidde.

En zo belandde ik voor 1 nachtje weer op de 10e verdieping. De dag daarop mocht ik weer naar huis.

Toen we 2 dagen later bij de neuroloog zaten vertelde hij dat het insult te maken zou kunnen hebben met een eventueel bloedvat dat de neurochirurg had moeten dichtschroeien tijdens de operatie. Om herhaling te voorkomen zou ik minimaal een jaar anti-epileptica moeten slikken. Toen ik in de loop van de weken steeds beter ging lopen, werd de schaduw van het insult steeds kleiner en besloot ik dat dit een eenmalige gebeurtenis zou blijven.

Dat geldt voor het insult maar zeker ook voor de operatie.

Hoewel, als ik zie hoe goed ik nu loop zou ik deze operatie iedere persoon met parkinson van harte gunnen.

Ga terug naar alle blogs van Hans de Rijke

 

Reacties

Terug naar boven