Berichten over Onderzoek: nieuws

  1. Het effect van diepe hersenstimulatie op niet-motorische parkinsonsymptomen

    Door: Werkgroep Wetenschapsnieuws

    Diepe hersenstimulatie is effectief in het behandelen van zowel motorische als niet-motorische parkinsonsymptomen. Het gunstige effect van diepe hersenstimulatie op niet-motorische parkinsonsymptomen is al vaker aangetoond, maar slechts meteen of tot 6 maanden na de operatie. Er is nog nooit op een correcte manier onderzoek gedaan naar de langdurige effecten van diepe hersenstimulatie op niet-motorische parkinsonsymptomen. Daarom is in dit onderzoek gekeken naar het effect zowel 5 als 24 maanden na de operatie en is dit vergeleken met scores van vóór de operatie.

    Toon volledig bericht

  2. De rol van calcium in de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson

    Door: Werkgroep Wetenschapsnieuws

    Aan het uiteinde van zenuwcellen bevinden zich blaasjes die neurotransmitters bevatten, zogenaamde synaptische blaasjes. Neurotransmitters zijn een soort boodschappers die informatie uitwisselen tussen hersencellen.  

    Toon volledig bericht

  3. Promotiesamenvatting Thaiany Quevedo Melo: Verstoring van communicatie tussen cellen bij ziekte van Parkinson

    Verstoring van de communicatie tussen cellen in de hersenen lijkt een belangrijke rol te spelen in het ziekteproces van de ziekte van Parkinson. Dat concludeert Thaiany Quevedo Melo in haar proefschrift. Ze vond daarbij ook twee mogelijke aangrijpingspunten voor medicatie tegen Parkinson. 

    Toon volledig bericht

  4. Eiwitlevels gerelateerd aan parkinsonsymptomen

    De ziekte van Parkinson kan zich verschillend uiten per patiënt, met ieder zijn/haar eigen symptomen en ernst. Tot voor kort was er nog geen biologische verklaring voor deze verscheidenheid tussen patiënten. Maar een onderzoeksgroep aan Colombia University heeft gevonden dat het eiwitgehaltes in de ruggenmergvloeistof gekoppeld zijn aan specifieke parkinsonsymptomen. Bij dit onderzoek waren 120 matig gevorderde parkinsonpatiënten en 100 gezonde vrijwilligers betrokken. Verschillende biologische stoffen werden gemeten op twee tijdstippen over twee weken.

    Toon volledig bericht

  5. Tekort aan signaalstof acetylcholine speelt mogelijk rol bij hallucinaties bij parkinson

    Dagmar Hepp, neuroloog in opleiding, deed onderzoek naar de onderliggende ziektemechanismen van visuele hallucinaties (het zien van dingen die er niet zijn) bij de ziekte van Parkinson. Uit Hepps onderzoek komt naar voren dat Parkinsonpatiënten met hallucinaties meer cognitieve problemen, zoals een gestoorde aandacht, en meer uitgesproken symptomen van angst, depressie en een verstoorde slaap hebben dan Parkinsonpatiënten zonder hallucinaties. Hepp: "Tekorten aan andere boodschapperstoffen in de hersenen dan dopamine, zoals acetylcholine, zouden een rol kunnen spelen bij het ontstaan van zowel de hallucinaties als deze andere symptomen." Dagmar Hepp promoveert op 10 januari bij VUmc.

    Toon volledig bericht

  6. Roken en de ontwikkeling van motorische en niet-motorische verschijnselen van de ziekte van Parkinson

    Er is enig bewijs dat roken en het moment waarop parkinsonsymptomen zich manifesteren met elkaar te maken hebben. In deze studie werden 262 deelnemers bevraagd over hun huidige en vroegere rookgewoontes, met name hoe lang en hoeveel ze gerookt hadden. Ze werden ook bevraagd over gedragsstoornissen, depressie, slaapproblemen, reukproblemen (hyposmia) en obstipatie.

    Toon volledig bericht

  7. De geschiedenis van MPTP als model voor de ziekte van Parkinson

    In 1982 werd Dr. Bill Langston, neuroloog, verzocht een bijzondere patiënt te onderzoeken. De patiënt was duidelijk wakker maar vertoonde geen of hoogstens onvrijwillige bewegingen. De artsen van de neurologie-afdeling en die van de psychiatrische afdeling konden het niet met elkaar eens worden over de diagnose. De neurologen dachten aan een psychiatrische kwaal, de psychiaters dachten aan een neurologische oorzaak. De voorlopig gestelde diagnose was catatonische schizofrenie (niet kunnen bewegen door psychisch trauma). Dr. Langston had ervaring met patiënten met catatonische schizofrenie en kon daarom vaststellen dat bij deze patiënt de rigiditeit meer op de ZvP wees. Met behulp van de media ontdekten ze al snel zes vergelijkbare gevallen. Deze hadden gemeenschappelijk dat ze allen eenzelfde nieuwe heroïnevariant hadden gebruikt. Deze heroïne bleek uit MPTP te bestaan in plaats van MPPP. De symptomen van deze patiënten leken sterk op die van de ZvP en toedienen van L-dopa leidde direct tot veranderingen zoals bij de ZvP. 

    Toon volledig bericht

  8. Parkinson en koffie

    Heeft koffie drinken een positief of negatief effect voor patiënten met de ziekte van Parkinson? In een onderzoek waar verschillende onderzoeksgroepen aan meededen, kregen 60 patiënten met een diagnose van ZvP sinds 1 tot 8 jaar een capsule met 200 mg caffeïne en 60 vergelijkbare patiënten een capsule met een placebo.

    Toon volledig bericht

  9. Conditietraining leidt tot verbetering van functioneren bij parkinsonpatienten: een meta-studie

    Onderzoek heeft laten zien dat sport en bewegen goed zijn voor parkinsonpatiënten, maar de uitkomsten van onderzoek zijn niet eenduidig. In hun artikel concluderen Flach et al. dat beschikbare overzichtsartikelen en meta-analyses een gemengd beeld opleveren. Dat komt vooral doordat verschillende studies verschillende definities van conditietraining gebruiken.

    Toon volledig bericht

  10. Antidepressivum nortriptyline vertraagt mogelijk parkinson

    Nortriptyline is een medicijn om depressie en zenuwpijn te behandelen. Omdat depressie relatief vaak voorkomt bij parkinsonpatiënten, waren Tim Collier, onderzoeker aan de universiteit van Michigan, en zijn collega's nieuwsgierig naar de invloed van antidepressiva op de ontwikkeling van parkinson. Zij vonden dat parkinsonpatiënten die nortriptyline gebruikten pas een stuk later met levodopa-therapie hoefden te beginnen dan patiënten die dit niet gebruikten.  

    Toon volledig bericht

Terug naar boven