
Zoals veel jongeren in West-Friesland verdiende ik in de zomervakanties wat bij op het land. Het was prachtig weer, ik was een puber en liep in mijn korte broek en zonder shirt de lelies te koppen en onkruid te wieden. Soms spoot de boer op het veld ernaast bestrijdingsmiddelen, en dan voelde het zelfs verkoelend als het gif op mijn huid terechtkwam. Ik stond er niet bij stil. Achteraf denk ik weleens: hoe kon ik zo naïef zijn?
Je weet het nooit helemaal zeker wat de oorzaak is, maar op mijn 29ste kreeg ik de diagnose parkinson. Ik had net mijn master afgerond en was druk met mijn carrière. Mijn neuroloog zei: “Kijk maar hoe lang je het volhoudt om te blijven werken.” Uiteindelijk moest ik op mijn 42ste toch opgeven.
Parkinson is chronisch en destructief. Je gaat er niet direct dood aan, maar het beperkt je levensvreugde steeds verder. Nieuwe klachten blijven zich aandienen. Ik probeer te genieten van de kleine dingen, maar vaak denk ik ook: hoe mooi had mijn leven kunnen zijn zonder bestrijdingsmiddelen?
Voor de toekomst hoop ik dat er gewerkt wordt aan oplossingen die bestrijdingsmiddelen overbodig maken, of dat er bewezen veilige alternatieven komen. Voor de boeren, voor de volgende generaties, en voor ons allemaal.
Frank
